Op zaterdag 11 januari was het eindelijk zover. Ik liep er al jaren ‘tegen aan te hikken’. Een marathon lopen in de provincie Flevoland. En daarmee de 12e en laatste provincie te kunnen afstrepen. Je moet wat doen om jezelf voor het lopen van marathons gemotiveerd te houden.
Mijn oog was de laatste maanden op de Mollen Marathon in Almere gevallen. Een kleinschalige marathon van de Marathonclub de Mollen, onder de bezielende leiding van ultralegende Ben Mol. Ben, ondertussen 70+-er, loopt nog regelmatig marathons. En dan bedoel ik echt regelmatig. Daar stel ik niks bij voor. Dus niet meer aan mij vragen: “Ga je al weer een marathon lopen?”. Ben houdt zijn eigen
marathon ongeveer 2 keer per week. En dan loopt hij zelf vrolijk mee. Afgelopen jaar legde hij de (ultra)marathonafstand liefst 101 keer (!!!) af, waarmee hij ondertussen bijna de 900 finishes op de magische afstand aantikt.
De start was om 9 uur. Rond 7.15 uur vertrok ik uit Rotterdam. Het was koud. Er stond een gure wind. Verder was het prima loopweer. En ook voor de wind heeft Ben een oplossing. De route bestaat uit een aanloopstuk van 2,5 km en daarna loop je 7 ronden van 5,7 km. Komt de wind uit het noorden/oosten, dan lopen we tegen de klok in. Komt ie uit het westen/zuiden, dan lopen we met de klok mee. Handig. En zo lopen we die dag met de klok mee, waarmee je de meeste wind op het langste stuk en op de dijk langs het Markermeer mee hebt. De route is met blauwe strepen gemarkeerd.
Voor de start wordt de traditionele foto gemaakt. Dit keer 9 lopers, waarvan er 7 de marathonafstand zouden afleggen. Geen publiek, geen zingende kraanmachinist, geen helicopters, geen drukte bij de startvakken, geen tijdregistratiesystemen en geen startnummer op je shirt (wel in de uitslag: startnummer 9). Verder: geen kleedkamer, geen douche, geen toilet en geen verzorging. De marathon is zelfvoorzienend. Iedere ronde wordt langs de parkeerplaats gelopen en is verzorging mogelijk. Er stond een tafeltje waarop je je bevoorrading kon neerzetten. Maar in de praktijk ging bij de meeste lopers na iedere ronde de kofferbak van de auto open, werden wat happen van een boterham, eierkoek of banaan genomen en een slok drinken, kofferbak weer dicht en op
naar de volgende ronde. Op mijn garmin zie ik dan ook dat ik aan looptijd 4:11 heb staan en mijn eindtijd was 4:17. Dat betekent 6 minuten eten en drinken. We hadden immers geen haast ;-).
Na het aanlooprondje (een heen en weertje) volgt de 1e ronde over 5,7 km. De wind is eerst wat tegen. Al snel draaien we en ‘loopt’ het beter. De Oostvaardersdijk op, langs het Markermeer. Daar lopen we een paar honderd meter en dan draaien we al weer naar rechts richting de eerste stop bij de parkeerplaats. En zo draaien we onze rondjes af. En dat gaat eigenlijk best wel snel. Voordat je het weet mag je weer een hap van je eierkoek nemen.
Na een rondje of 3 kom ik op kop te lopen. In mijn hoofd had ik al mijn lijstje van welke eindtijden ik nog open had staan. Het zou deze keer tussen de 4:17 en 4:20 moeten worden. Al deze tijden stonden nog open. Hoe verder we komen, realiseer ik dat ik niet te hard moet gaan. Want 4:16 of sneller is geen optie. Dan zou het 4:09 moeten worden, maar daar heb ik geen zin meer in dat haal ik niet meer. Ik probeer zo rustig mogelijk te lopen. Maar achter mij loopt nog een man van de lange adem, Lex de Boer. En die weet van geen wijken. Ik zou makkelijk nog kunnen versnellen, maar dat is geen optie. Ik houd Lex in de gaten. De afstand blijft toch wel zo’n 200 meter. In de laatste kilometer moet ik slechts heel lichtjes wat inhouden, maar het is voldoende om Lex voor te blijven, 4:17 weg te strepen en als eerste te finishen. Dit is al mijn 2e ‘overwinning’ op een marathon. Eerder deed ik dat in 2010 in de provincie Groningen. Toen wel liefst 4 finishers ;-).
Ben heeft het prima geregeld. Een leuk parcours. Zelfs nog een uitslag, zodat het allemaal officieel is en nog een certificaat. Bij de finish staat op het campingtafeltje een doosje met daarin een schrift. Daar kan je je eindtijd opschrijven, en eventueel je gelopen afstand als je minder dan de marathon hebt gelopen.
Wil je je aantal marathons een beetje opschroeven, dan kan je hier 2 keer per week terecht. Altijd leuk om te weten. Ook weer eens leuk om in een andere omgeving te lopen. De route ligt aan de Oostvaardersplassen. In de vroege ochtend zagen we nog wat edelherten rondlopen. Het is weer eens wat anders.
En Ben? Die liep een dag later al weer de strandmarathon in Den Haag, want ‘rust roest’, zegt hij altijd. Geweldig.